Met één blik op de landkaart wordt de enorme diversiteit tussen wijnregio’s in Spanje zichtbaar. Van het groene en regenachtige Galicië tot het zonovergoten Jerez. Deze verschillende klimaten geven een bijzondere verscheidenheid aan wijnstijlen. De gemiddelde hoogte van 600 meter zorgt, zelfs in zuidelijke regio’s, voor druiven met een goede zuurgraad. Gelukkig. Want wijn gemaakt van laaggelegen wijngaarden missen vaak zuren en zijn daarnaast erg hoog in alcohol.
Spanje telt het grootste oppervlak aan wijngaarden met maar liefst 29,1% van het Europese totaal. De gemiddelde holding per eigenaar is klein, met 1,8 ha. Er zijn veel kleine boeren die hun druiven jaarlijks verkopen aan lokale coöperaties. Zelfs de grootste en bekendste producenten in Rioja zijn afhankelijk van kleine, zelfstandige boeren. Omdat veel wijngaarden generaties lang binnen de familie blijven, zijn er veel oude traditionele bush-vines te vinden.
De meeste wijngaarden zijn aangeplant met eigen inheemse druivenrassen zoals tempranillo, graciano, viura en verdejo. Stuk voor stuk rassen met veel kwaliteit en karakter. Internationale rassen winnen wereldwijd aan populariteit maar zijn vooralsnog in Spanje in de minderheid.
